wetten.nl - Regeling - Regeling medisch-specialistische zorg (2024)

Voor de volgende zorgactiviteiten gelden specifieke omschrijvingen en/of aanvullende registratievoorwaarden.

  • 7. Herhaalconsult door (medisch) vertegenwoordiger van een patiënt voor wie persoonlijke aanwezigheid een te grote verstoring van dagelijks functioneren en welzijn betekent (190065)

    Een herhaalconsult waarbij de (medisch) vertegenwoordiger van de patiënt een poortspecialist consulteert. Reden hiervoor is dat de aanwezigheid van de patiënt bij het consult volgens de poortspecialist het dagelijks functioneren en welzijn van de patiënt ernstig zou verstoren. De consultatie heeft betrekking op een zorgvraag waarvoor de poortspecialist de patiënt eerder heeft gezien tijdens een polikliniekbezoek. Deze raadpleging is gericht op het vaststellen en/of uitvoeren van maatregelen om een veronderstelde of bestaande ziekte en de bijbehorende gezondheidsklacht(en) van de patiënt te behandelen. Dit consult vervangt een face-to-face contact met de patiënt. Dit consult kan op afstand plaatsvinden en een regulier herhaal-polikliniekbezoek door de (medisch) vertegenwoordiger vervangen. Bij een consult op afstand wordt zowel zorginhoudelijk als qua tijdsduur voldaan aan de voorwaarden die ook gelden voor het reguliere herhaal-polikliniekbezoek door de (medisch) vertegenwoordiger. Van dit consult vindt inhoudelijk verslaglegging plaats in het medisch dossier van de patiënt.

  • 8. Groepsconsult tussen beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitoefent en patiënt waarbij meerdere patiënten aanwezig zijn (190040)

    Dit gezamenlijk consult wordt gehouden in plaats van een regulier consult tussen de patiënt en de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert. Deze activiteit wordt niet naast een polikliniekbezoek vastgelegd.

  • 9. Uitgebreid consult ten behoeve van zorgvuldige afweging behandelopties, samen met patiënt en/of met zijn/haar vertegenwoordiger (190066)

    Deze zorgactiviteit is bedoeld om 1) aan te geven dat een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert en de patiënt en/of zijn/haar vertegenwoordiger in een gezamenlijk proces beslissingen hebben genomen over gezondheids- en behandeldoelen op basis van een samen beslismodel (zoals het shared decision making model wat Glyn Elwyn et al. in 2012 hebben gepubliceerd), en 2) om aan te geven dat hier substantieel meer tijd aan is besteed dan aan een regulier consult.

    De zorgactiviteit wordt enkel geregistreerd indien sprake is van een consult dat minimaal tweemaal de standaardconsulttijd in beslag neemt die voor het betreffende specialisme gebruikelijk is voor een herhaalconsult of voor een consult op de verpleegafdeling.

    Deze activiteit wordt naast een herhaalpolibezoek (190008, 190013, 190065), screen-to-screenconsult (190161) of verpleegdag (190200, 190218, 194804) vastgelegd.

  • 10. Consultatie van familie, naasten, huisarts of verwijzer van de patiënt t.b.v. consultatieve psychiatrie (190024)

    Consult waarbij naar aanleiding van een verzoek van een ander specialisme familie, naasten, de huisarts of de verwijzer van de patiënt consulteert. Deze consultatie vindt face-to-face, screen-to-screen of door middel van een belverbinding plaats. Bij een consult op afstand (screen-to-screen of door middel van een belverbinding) wordt zowel zorginhoudelijk als qua tijdsduur voldaan aan de voorwaarden die ook gelden voor het reguliere consult.

  • 11. Hartteambespreking (039679)

    Een bespreking van een patiënt in een instelling met een Wbmv-vergunning voor cardiochirurgie en interventiecardiologie, waarbij de gegevens van de patiënt via tertiaire verwijzing worden aangeboden, met als doel te beoordelen welke patiënt welke ingreep moet ondergaan. Het gaat om een patiënt die niet onder behandeling is bij het specialisme waar de patiënt besproken wordt. Het betreft besprekingen in het kader van cardiochirurgie, interventiecardiologie en elektrofysiologie.

  • 12. Longteambespreking (039580)

    Een bespreking van een patiënt in een instelling met een Wbmv-vergunning voor cardiopulmonale chirurgie, waarbij de gegevens van de patiënt via tertiaire verwijzing worden aangeboden, met als doel te beoordelen welke patiënt welke ingreep moet ondergaan.

    Het gaat om een patiënt die niet onder behandeling is bij het specialisme waar de patiënt besproken wordt. Het betreft besprekingen in het kader van cardiopulmonale chirurgie en longgeneeskunde.

  • 13. Multidisciplinair overleg (190005)

    Een multidisciplinaire bespreking tussen minimaal drie beroepsbeoefenaren die de poortfunctie uitvoeren en/of ondersteunende specialisten van drie verschillende AGB-specialismen waarbij systematisch de diagnostiek en het behandelplan van één patiënt wordt besproken en vastgelegd. Deze activiteit wordt door iedere betrokken beroepsbeoefenaar worden vastgelegd en maakt onderdeel uit van het dbc-zorgtraject van de hoofdbehandelaar, behorende bij de zorgvraag die wordt besproken in de multidisciplinaire bespreking. Per multidisciplinair overleg wordt deze zorgactiviteit slechts eenmaal per specialisme geregistreerd.

  • 14. Overleg palliatieve zorg (190006)

    Een bespreking van de palliatieve zorg van een patiënt door een palliatief team. Het palliatief team bestaat uit:

    • tenminste twee poortspecialisten van verschillende specialismen, of

    • één poortspecialist en één beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert. De beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert betreft een ander specialisme dan het specialisme van de poortspecialist en heeft middels opleiding aantoonbare expertise in pijn / palliatieve zorg.

    • in het geval van palliatieve zorg voor kinderen bestaat het team palliatieve zorg tenminste uit één poortspecialist met speciale expertise/aanvullende scholing op het gebied van de kinderpalliatieve zorg en een coördinerend verpleegkundige.

  • 15. Consult door een lid van het team palliatieve zorg (190067)

    Consult tussen een patiënt en een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitoefent en onderdeel uitmaakt van het team palliatieve zorg. De zorgactiviteit is bedoeld voor zowel klinische als poliklinische consulten. Deze activiteit mag niet naast een polikliniekbezoek worden vastgelegd.

  • 16. Multidisciplinair consult (190010)

    Een polikliniekbezoek, waarbij sprake is van een face-to-face contact tussen patiënt en minimaal twee beroepsbeoefenaren die de poortfunctie uitvoeren en/of ondersteunende specialisten van verschillende AGB-specialismen. Deze activiteit wordt door iedere betrokken beroepsbeoefenaar vastgelegd en maakt onderdeel uit van het dbc-zorgtraject van de hoofdbehandelaar. De hoofdbehandelaar mag naast deze activiteit een polikliniekbezoek vastleggen. Per multidisciplinair consult wordt deze zorgactiviteit slechts eenmaal per specialisme geregistreerd.

  • 17. Spoedeisende hulp contact op de SEH-afdeling (190015)

    Een face-to-face contact tussen een patiënt en poortspecialist, SEH-arts KNMG, arts-assistent, verpleegkundig specialist of physician assistant in het kader van een acute zorgvraag op de spoedeisende hulp. Deze activiteit mag naast een polikliniekbezoek worden vastgelegd.

  • 18. Spoedeisende hulp contact buiten de SEH-afdeling, elders in het ziekenhuis (190016)

    Een face-to-face contact tussen een patiënt en poortspecialist, SEH-arts KNMG, arts-assistent, verpleegkundig specialist of physician assistant in het kader van een acute zorgvraag op een andere afdeling dan de spoedeisende hulp. Deze activiteit mag naast een polikliniekbezoek worden vastgelegd.

  • 19. Klinisch intercollegiaal consult (icc) (190009)

    Een diagnostisch of screenend contact van een medisch specialist (of arts-assistent, verpleegkundig specialist of physician assistant) die de poortfunctie uitvoert op verzoek van de hoofdbehandelaar met een patiënt tijdens een klinische opname voor een ander specialisme.

  • 20. Medebehandeling (190017)

    Er is sprake van medebehandeling wanneer een medisch specialist (of arts assistent, verpleegkundig specialist of physician assistant) die de poortfunctie uitvoert een patiënt, op verzoek van een ander poortspecialisme tijdens een klinische opname waarbij één of meer verpleegdagen en/of ic-dagen of verblijfsdagen ggz op een PAAZ of PUK zijn geregistreerd, voor een eigen zorgvraag gaat behandelen. Deze zorgactiviteit wordt per consult in het kader van medebehandeling vastgelegd.

  • 21. Analyse behandeladvies en/of behandeling elders opgesteld en/of uitgevoerd, in het kader van een second opinion (190022)

    Een polikliniekbezoek, waarbij sprake is van een face-to-face contact tussen een patiënt en poortspecialist of arts-assistent, in het kader van een beoordeling van een door een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert gestelde diagnose/voorgestelde behandeling door een tweede onafhankelijke medisch specialist of arts-assistent die werkzaam is op hetzelfde specialisme/vakgebied als de eerste geconsulteerde beroepsbeoefenaar in een andere instelling of als solist. Deze activiteit mag naast een polikliniekbezoek worden vastgelegd.

  • 22. Gestructureerd landelijk neonataal follow-up protocol van NICU populatie (190049)

    Een polikliniekbezoek in het kader van protocol neonatologie (langdurige nacontrole van een neonaat met een NICU voorgeschiedenis), waarbij sprake is van een face-to-face contact tussen patiënt en poortspecialist (of arts-assistent), in het kader van langdurige nacontrole van een neonaat met een NICU voorgeschiedenis. Naast deze activiteit wordt geen polikliniekbezoek geregistreerd.

  • 23. Follow-up pediatrische ic (190029)

    Een polikliniekbezoek, waarbij sprake is van een face-to-face contact tussen patiënt en poortspecialist (specialist of arts-assistent), in het kader van langdurige nacontrole van een patiënt met een PICU voorgeschiedenis. Naast deze activiteit wordt geen polikliniekbezoek geregistreerd.

  • 24. Comprehensive Geriatric Assessment (CGA) (039577, 039579 en 039581)

    Het Comprehensive Geriatric Assessment omvat diagnostische en therapeutische aspecten conform de richtlijn CGA door de Nederlandse vereniging voor Klinische Geriatrie (NVKG). De zorgactiviteiten 039577 en 039581 kunnen naast een polikliniekbezoek worden vastgelegd. Zorgactiviteit 039579 wordt vastgelegd in het vervolgsubtraject nadat een CGA in een eerder stadium is uitgevoerd.

  • 25. Dagverpleging (190030 en 190090)

    Een aantal uren durende vorm van verpleging óf vorm van verpleging én behandeling, in het algemeen voorzienbaar en noodzakelijk in verband met het op dezelfde dag plaatsvinden van een medisch specialistisch(e) onderzoek of behandeling waarbij de verpleging plaatsvindt op een voor dagverpleging ingerichte afdeling. Er wordt maximaal één dagverpleging per specialisme per kalenderdag vastgelegd. Een dagverpleging wordt niet op dezelfde kalenderdag als een verpleegdag geregistreerd.

  • 26. Langdurige observatie zonder overnachting (190091)

    Een niet geplande vorm van verpleging, met als doel observatie van de patiënt, op een voor verpleging ingerichte afdeling. Elke observatie omvat ten minste een systematische controle van de conditie van de patiënt op bepaalde parameters zoals bewustzijn, bloeddruk of lichaamstemperatuur. Deze controles vinden bij herhaling respectievelijk meerdere keren met tussenpozen plaats. Het doel van de observatie is het bepalen van het verdere medische beleid en is te herleiden uit het medisch dossier. Een langdurige observatie duurt minimaal vier aaneengesloten uren.

    Een langdurige observatie zonder overnachting wordt niet op dezelfde kalenderdag als een dagverpleging of verpleegdag (klinische opname) geregistreerd.

  • 27. Intensieve, niet-electieve en langdurige kindergeneeskundige zorg met thuisovernachting (190296)

    Intensieve, niet-electieve en langdurige kindergeneeskundige zorg met thuisovernachting (190296) wordt vastgelegd onder de volgende voorwaarden:

    • Er is sprake van een opname van minimaal 6 uur op een voor verpleging ingerichte afdeling.

    • Er sprake van continue verpleegkundige zorg.

    Van deze voorwaarden mag worden afgeweken als hierover een contractuele overeenstemming is tussen de zorgaanbieder en de zorgverzekeraar.

  • 28. Klinische opname (190021)

    De aanvang van een verblijf in een erkende instelling op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd. Bij een onderbreking van de opnameduur (bijvoorbeeld door (een) afwezigheidsdag(en) of door ontslag en heropname op dezelfde kalenderdag) wordt slechts één ‘klinische opname’ (190021) geregistreerd. Interne verplaatsingen worden niet als nieuwe opnamen gerekend.

    Overplaatsing naar een ander ziekenhuis wordt wel als een nieuwe opname voor het opnemende ziekenhuis gerekend.

  • 29. Verpleegdag (190200, 190218, 194804 en 231902)

    Een verpleegdag is een te registreren kalenderdag bij verpleging op een voor verpleging ingerichte afdeling, die deel uitmaakt van een periode van verpleging (welke minimaal één overnachting omvat). Deze periode loopt vanaf de opname tot en met ontslag, waarbij de dag van opname (mits deze heeft plaatsgevonden vóór 20.00 uur) en de dag van ontslag beide aangemerkt worden als een te registreren kalenderdag.

    De voorwaarde ‘overnachting’ geldt niet bij een definitieve overname door een andere instelling op dag van opname, of bij overlijden van de patiënt op dag van of de dag na opname.

  • 30. Verpleegdag instelling voor geriatrische revalidatiezorg bij ziekenhuisindicatie (190089)

    Registratieeenheid voor een verpleegdag in een instelling voor geriatrische revalidatiezorg bij een ziekenhuisindicatie. Deze zorgactiviteit wordt vastgelegd indien een patiënt in een instelling voor geriatrische revalidatiezorg verblijft, maar de overdracht van de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert naar de specialist ouderengeneeskunde nog niet heeft plaats gevonden. De instelling voor medisch-specialistische zorg registreert deze zorgactiviteit naast een reguliere verpleegdag als onderdeel van het medisch-specialistische behandeltraject.

  • 31. Afwezigheidsdag (190034 en 194809)

    De kalenderdag volgend op de nacht waarin de patiënt niet in het ziekenhuis/verpleeghuis verblijft wordt aangemerkt als afwezigheidsdag, indien geen sprake is van definitief ontslag. Het betreft een geplande afwezigheid van ten hoogste drie afwezigheidsdagen. Het is niet toegestaan om voor één kalenderdag zowel een afwezigheidsdag als een verpleegdag te registreren.

    Afwezigheidsdagen (190034) volgend op een preoperatieve screening worden niet als afwezigheidsdag (of verpleegdag) aangemerkt. Indien geen terugkeer naar de instelling plaatsvindt tijdens of na afwezigheidsdagen vervalt de mogelijkheid om hiervoor een afwezigheidsdag te registreren.

  • 32. Ambulante behandeldag grz (194805)

    Een controlebezoek of een beperkt aantal uren durende vorm van (groeps-)behandeling in een zorginstelling, waarbij de patiënt geen gebruik maakt van verblijfsfaciliteiten. De ambulante behandeldag is gepland en noodzakelijk in het kader van het revalidatiebehandelplan van de specialist ouderengeneeskunde. De behandeling vindt plaats in aansluiting op een intramurale opname of dagbehandeling.

    Per dag dat de patiënt ambulant wordt behandeld, wordt één zorgactiviteit ambulante behandeldag grz geregistreerd. Naast de ambulante behandeldag wordt de patiëntgebonden behandeltijd van minimaal twee verschillende behandeldisciplines vastgelegd. Indien op de betreffende dag geen behandeling plaatsvindt door twee of meer verschillende behandeldisciplines wordt de zorgactiviteit niet geregistreerd.

  • 33. Patiëntgebonden behandeltijd (190877 t/m 190977 en 194815 t/m 194842)

    De directe en indirecte patiëntgebonden behandeltijd voor een (medisch-specialistische of geriatrische) revalidant, in het kader van een op te stellen (uit te voeren) behandelplan voor een revalidant. Onder revalidant kan eveneens worden verstaan een persoon die de patiënt vertegenwoordigt, bijvoorbeeld een lid van het patiëntsysteem (partner, familie et cetera). De patiëntgebonden behandeltijd wordt per tijdseenheid van 5 minuten door de behandelaar vastgelegd. De behandeltijd mag naast de zorgactiviteiten die de behandelsetting weergeven worden geregistreerd

    Directe patiëntgebonden behandeltijd betreft patiëntgerichte behandeltijd die voortvloeit uit het behandelplan, waarbij de patiënt aanwezig is. Onder directe behandeltijd vallen de multidisciplinaire patiëntbesprekingen die voor het behandelplan worden uitgevoerd en waarbij de patiënt of het patiëntsysteem aanwezig is én alle overige (planbare) directe behandeltijd. Directe behandeltijd wordt geregistreerd door de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert en alle peri-/paramedische behandeldisciplines. De klinisch verpleegkundigen registreren alleen directe behandeltijd bij specifieke activiteiten die niet vallen onder het normaal klinisch handelen (190877 t/m 190880 en 194837 t/m 194842). Bij zorg op afstand binnen de (medisch-specialistische of geriatrische) revalidatiezorg, mag alleen directe behandeltijd worden geregistreerd als het behandelen betreft in het kader van een (op te stellen/ uit te voeren) behandelplan.

    Indirecte patiëntgebonden tijd binnen de medisch-specialistische revalidatiezorg wordt vanaf tien minuten per dag geregistreerd. Beroepsbeoefenaren die de poortfunctie uitvoeren registreren in het kader van medisch specialistische revalidatiezorg geen indirecte tijd.

    Bij een groepsbehandeling moet de bestede tijd van de behandelaar verdeeld worden over het aantal deelnemers aan de groepsbehandeling. Er kunnen ook meerdere behandelaars betrokken zijn. In dat geval wordt de bestede tijd per soort behandelaar als volgt toegerekend aan de betrokken patiënten: (aantal behandelaars betreffende discipline * duur groepsbehandeling) / aantal deelnemers groepsbehandeling).

  • 34. Afrondingsregel MSRZ (190877 t/m 190977) en GRZ (194815 t/m 194842)

    Voor deze zorgactiviteiten is de afrondingsregel van toepassing. Per toegestane discipline zijn zorgactiviteiten gedefinieerd op basis van tijdseenheden van vijf minuten. De officiële afrondingsregel bij tijdsregistratie per vijf minuten is:

    • minder dan de helft van het verschil tussen twee opeenvolgende stappen: naar beneden afronden;

    • gelijk of meer dan de helft: naar boven afronden.

    Als sprake is van een tijdsbesteding van minder dan vijf minuten, dan wordt hiervoor geen zorgactiviteit vastgelegd.

  • 35. Coördinatie bij hart- of longrevalidatie (039898)

    Deze zorgactiviteit betreft een multidisciplinair overleg tussen een cardioloog of longarts en één of meerdere andere zorgaanbieders. Deze zorgactiviteit wordt eenmaal per overleg vastgelegd in het subtraject dat wordt uitgevoerd door of onder verantwoordelijkheid van een cardioloog of longarts.

  • 36. Intakecontact (193126)

    Individuele intake voor enkel- of meervoudige hartrevalidatie, bestaande uit een intakegesprek en een inspanningstest.

  • 37. Informatiemodule (193127)

    Informatiemodule voor het enkel- of meervoudige hartrevalidatie/longrevalidatie programma. De module bestaat uit vier informatiesessies door respectievelijk een cardioloog/longarts, een psycholoog, een diëtist en een maatschappelijk werker of verpleegkundige, voor een groep patiënten.

  • 38. Behandelmodule FIT met minder dan tien sessies (193128) of (meer dan) tien sessies (193129)

    De bewegingsmodule FIT van het enkel- of meervoudige longrevalidatieprogramma bestaat uit een aantal sessies van ieder minimaal vijf kwartier onder begeleiding van minimaal twee fysiotherapeuten met optionele inspanningstest.

  • 39. Behandelsessie FIT - in het kader van FIT module hartrevalidatie (193140)

    De behandelsessie FIT van het hartrevalidatieprogramma bestaat uit een groepssessie van minimaal 1 uur, waarbij minimaal één erkend HR fysiotherapeut per vijf patiënten aanwezig is. Bij groepen groter dan vijf patiënten is, naast minimaal één erkend HR fysiotherapeut, per vijf extra patiënten minimaal één erkende zorgprofessional van het multidisciplinaire behandelteam aanwezig.

    Een sessie kan ook de vorm hebben van individuele begeleiding op afstand. In dat geval bestaat de sessie uit individuele instructie en begeleiding van een individuele patiënt m.b.t. een buiten de reguliere hartrevalidatie-setting uitgevoerd deel van het hartrevalidatieprogramma. Een sessie bestaat hierbij uit één of meerdere gesprekken op afstand van (opgeteld) minimaal 12 minuten door een erkend HR fysiotherapeut van het behandelteam. Een patiënt is daarnaast minimaal bij de start- en de laatste/eind sessie fysiek/op locatie aanwezig te zijn geweest. De inhoudelijke aspecten, het aantal sessies en overige kwalitatieve en kwantitatieve randvoorwaarden, voldoet aan de betreffende richtlijnen, zoals opgesteld door de wetenschappelijke vereniging.

  • 40. Behandelsessie PEP - in het kader van PEP module hartrevalidatie (193141)

    De behandelsessie PEP van het hartrevalidatieprogramma bestaat uit een sessie van twee uur in groepsverband en is gericht op gedragsverandering en het verbeteren van emotioneel welbevinden. Indien de sessie gericht is op gedragsverandering voor één van de BRAVO-thema's (Bewegen, Roken, Alcohol & drugs, Voeding, Ontspanning), dan geschiedt begeleiding door een daartoe geschoolde deskundige op het gebied van gedragsverandering en motivational interviewing en onder supervisie van een BIG-geregistreerd psycholoog. Indien de PEP-sessie zich richt op een angst- en/of depressieve stoornis is een BIG-geregistreerd psycholoog direct betrokken.

    Een sessie kan ook de vorm hebben van individuele begeleiding op afstand. In dat geval bestaat de sessie uit één of meerdere gesprekken op afstand met een patiënt van (opgeteld) minimaal 30 minuten door een geschoolde deskundige van het behandelteam en onder supervisie van een BIG-geregistreerd psycholoog. Een patiënt is minimaal bij de startsessie fysiek/op locatie aanwezig geweest. De inhoudelijke aspecten, het aantal sessies en overige kwalitatieve en kwantitatieve randvoorwaarden, voldoet aan de betreffende richtlijnen, zoals opgesteld door de wetenschappelijke vereniging.

  • 41. Initiële screening voorbereidend onderzoek orgaantransplantatie ontvanger (039180)

    Deze zorgactiviteit mag door één hoofdbehandelaar binnen één instelling die de voorbereidende onderzoeken uitvoert eenmaal per ontvanger per beoogde wachtlijstplaatsing worden vastgelegd op de dag van het eerste face-to-face contact met de ontvanger in het kader van deze fase.

  • 42. Initiële screening besluitvormend orgaantransplantatie ontvanger (039181)

    Deze zorgactiviteit mag per ontvanger eenmaal per beoogde wachtlijstplaatsing per transplantatie worden vastgelegd door één hoofdbehandelaar in één transplantatiecentrum die de beoordeling en besluitvorming uitvoert binnen de initiële screening van de ontvanger.

  • 43. Screening patiënten wachtlijst orgaantransplantatie ontvanger (039191)

    Deze zorgactiviteit mag per transplantatie eenmaal per 120 dagen dat de ontvanger op de wachtlijst staat worden vastgelegd door één hoofdbehandelaar in één transplantatiecentrum die de periodieke controles uitvoert.

  • 44. Operatieve fase orgaantransplantatie ontvanger (039192)

    Deze zorgactiviteit mag per ontvanger eenmaal per transplantatieoperatie worden vastgelegd door één hoofdbehandelaar in één transplantatiecentrum die de transplantatieoperatie uitvoert.

  • 45. Nazorg met specifieke controles orgaantransplantatie ontvanger exclusief nazorg hart- en/of longtransplantatie ontvanger (039351)

    Deze zorgactiviteit wordt in het eerste jaar van de nazorg na de transplantatie maximaal eenmaal per subtraject (van maximaal 120 dagen) binnen maximaal drie subtrajecten per transplantatie vastgelegd door één hoofdbehandelaar in één transplantatiecentrum.

  • 46. Nazorg regulier orgaantransplantatie ontvanger exclusief nazorg hart- en/of longtransplantatie ontvanger (039350)

    Deze zorgactiviteit wordt vastgelegd door één hoofdbehandelaar binnen één instelling maximaal eenmaal per subtraject (van maximaal 120 dagen) per transplantatie. Deze activiteit wordt niet geregistreerd als er gelijktijdig nazorg wordt geleverd in het transplantatiecentrum (zorgactiviteit 039351).

  • 47. Initiële screening voorbereidend onderzoek orgaantransplantatie donor (039182)

    Deze zorgactiviteit wordt per donor per beoogde orgaanuitname door één hoofdbehandelaar in één instelling vastgelegd op de dag van het eerste face-to-face contact in het kader van de orgaantransplantatieprocedure.

  • 48. Initiële screening besluitvormend orgaantransplantatie donor (039183)

    Deze zorgactiviteit wordt vastgelegd per donor per beoogde orgaanuitname door één hoofdbehandelaar in één transplantatiecentrum die de beoordeling en besluitvorming uitvoert voor de initiële screening van de donor in het kader van de orgaantransplantatieprocedure.

  • 49. Operatieve fase orgaantransplantatie donor (039193)

    Deze zorgactiviteit wordt per donor eenmaal per orgaanuitname door één hoofdbehandelaar in één instelling die de operatie uitvoert vastgelegd.

  • 50. Nazorg regulier orgaantransplantatie donor (039352)

    Deze zorgactiviteit wordt maximaal eenmaal per 120 dagen per transplantatie vastgelegd door één hoofdbehandelaar in één instelling.

  • 51. Transplantatieteambespreking (039230)

    Een bespreking van een ontvanger of donor in een instelling met een Wbmv-vergunning voor de transplantatiezorg door het multidisciplinaire transplantatieteam waarbij systematisch de diagnostiek en het behandelplan van één ontvanger of donor wordt besproken en vastgelegd en de besluitvorming ten aanzien van de transplantatiebehandeling plaats vindt. Deze activiteit wordt eenmaal per transplantatieteambespreking vastgelegd.

  • 52. Expertise op afstand voor transplantatiezorg bij kinderen (192110)

    Advies van transplantatiecentrum ten behoeve van de eigen patiënt aan niet-transplantatiecentrum gericht op de beoordeling van uitslagen van de uitgevoerde onderzoeken en/of in te zetten behandeling. Dit advies wordt geregistreerd als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    • Er is sprake van een eigen patiënt.

    • Er is sprake van een tijdsbesteding van minimaal 30 minuten direct patiëntgebonden tijd.

    • Er is op verifieerbare wijze uit het medisch dossier herleidbaar welke uitslagen zijn beoordeeld en/of welke behandelopties zijn geadviseerd.

    • Het advies is tenminste ook schriftelijk teruggekoppeld aan het niet-transplantatiecentrum.

  • 53. Nazorg stamceltransplantaties (192079, 192080, 192087, 192098)

    Een zorgactiviteit ‘post-transplantatietraject’ (192079, 192080, 192087 en 192098) na stamceltransplantatie wordt uitsluitend door één zorgaanbieder gedurende maximaal drie subtrajecten na een transplantatie geregistreerd tijdens het eerste face-to-face contact in het kader van de nazorg.

  • 54. Cochleaire implantaten (pre-)implantatie (031903 en 031905)

    Een zorgactiviteit ‘Cochleaire implantaten (pre-)implantatie bij volwassenen’ (031903) en ‘Cochleaire implantaten (pre-)implantatie bij kinderen’ (031905) wordt uitsluitend door één zorgaanbieder geregistreerd op de dag van implantatie.

  • 55. Nazorg cochleaire implantaten (031904 en 031906)

    Een zorgactiviteit ‘cochleaire implantaten nazorg volwassenen’ (031904) en ‘cochleaire implantaten nazorg kinderen’ (031906) wordt uitsluitend door één zorgaanbieder binnen een cochleair implantatie (CI) team maximaal eenmaal per 120 dagen geregistreerd.

  • 56. Modulen complex chronisch longfalen (193200 t/m 193294)

    De dbc-zorgproducten voor de long/astmacentra kenmerken zich door de modulaire systematiek, welke een separaat ontwikkeltraject hebben doorlopen. De modulen (gebaseerd op de geprotocolleerde behandelprogramma’s) zijn de eenheden (zorgactiviteiten) waarin de behandelingen worden gepland, uitgevoerd en vastgelegd. De keuzes in de behandeling worden zichtbaar in de registratie van de modulen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt in basismodulen (het gemeenschappelijk deel van de behandeling) en aanvullende modulen (patiënt specifieke behandeling op basis van inclusiecriteria).

    Een module mag alleen worden ingezet indien de patiënt voldoet aan de inclusiecriteria die voor de module gelden. De beslissing om een module in te zetten wordt genomen door de verantwoordelijke specialist en wordt expliciet vastgelegd. Ook wanneer gekozen wordt voor een klinische behandeling of het programma wordt vervolgd in dagbehandeling of poliklinische setting, dan wordt deze beslissing en overweging daarbij expliciet vastgelegd.

  • 57. Preassessment (039696)

    Een preoperatief onderzoek, uitgevoerd door een anesthesist, met als doel voorafgaand aan een ingreep een risico inventarisatie van de patiënt uit te voeren en daarmee risicoreductie te bewerkstelligen bij patiënten die in dagverpleging of in klinisch setting worden geopereerd. Deze activiteit maakt onderdeel uit van het zorgprofiel van de operateur. Deze activiteit wordt niet naast een polikliniekbezoek vastgelegd.

  • 58. Klinisch peri-operatieve zorg (039693)

    Preoperatief onderzoek, peri-operatieve begeleiding en postoperatieve zorg door een cardioloog. Deze zorgactiviteit wordt door een cardioloog geregistreerd tijdens de opname van een cardiochirurgische patiënt in een instelling met een Wbmv-vergunning voor cardiochirurgie en interventiecardiologie. Deze zorgactiviteit wordt alleen in combinatie met een hartoperatie geregistreerd. Dit behandelingstraject vindt plaats in nauwe samenwerking met de thoraxchirurg.

  • 59. Algehele anesthesie bij specialistisch onderzoek en bij verrichtingen, waarvoor geen anesthesie staat vermeld (039090)

    Als deze zorgactiviteit wordt uitgevoerd binnen zorgtrajecten voor kindergeneeskunde longgeneeskunde (dbc-zorgproductgroep 990616) geldt dat deze zorgactiviteit alleen wordt vastgelegd als er een CT-scan, MRI-scan of een PET-scan van de thorax of luchtwegen onder totale narcose wordt uitgevoerd.

  • 60. Telemonitoring (039133, 032716)

    Deze zorgactiviteit wordt geregistreerd voor het op afstand monitoren van een patiënt over een langere periode in het kader van een uit te voeren behandelplan. De monitoring vindt plaats door het verzamelen en interpreteren van klinische gegevens die de patiënt vanuit de thuissituatie meet en verstrekt aan de zorgverlener. De zorgactiviteit wordt minimaal een keer per subtraject geregistreerd.

  • 61. Echografie hart door kindercardioloog of cardex (039472)

    De zorgactiviteit wordt geregistreerd bij verdenking op een kindercardiologische aandoening of bij een niet complexe, niet topreferente kindercardiologische aandoening. Hierbij wordt echografische beeldvorming uitgevoerd, geïnterpreteerd en beoordeeld. De zorgactiviteit wordt alleen uitgevoerd door een kindercardioloog of door een kinderarts die is opgeleid in de non-invasieve kindercardiologische diagnostiek en echocardiografie en is geregistreerd bij de sectie kindercardiologie (Cardio-expert).

  • 62. Echografie hart complex door kindercardioloog (039473)

    Uitgebreide echocardiografie bij een kind met een reeds geconstateerde topreferente kindercardiologische aandoening, uitgevoerd en beoordeeld door een kindercardioloog. Er vindt gedetailleerde beeldvorming, interpretatie en verslaglegging van de cardiale anatomie en functie plaats. De duur van het echo-onderzoek is minimaal 30 minuten, waarbij gebruik gemaakt wordt van technologisch geavanceerde echocardiografieapparatuur.

    Onder de zorgactiviteit omschrijving ‘echografie hart complex door kindercardioloog’ vallen ook echo-onderzoeken met analyse en beoordeling van TDI, strain, en strain rate imaging, 4D-echocardiografie, contrast echocardiografie, dobutamine stress echocardiografie en echocardiografie onder sedatie bij kinderen.

  • 63. Opvang van het kind door kinderarts bij sectio caesarea (039508)

    De opvang van het kind door de kinderarts in het kader van een klinische opname voor niet-complexe zorg neonatologie.

  • 64. Begeleiding bij chronische totale parenterale voeding (TPV) (039578)

    Controle van patiënt onder 18 jaar op thuis TPV, inclusief reguliere laboratoriumcontroles door mdl-kinderarts.

  • 65. Uitvoeren handelingsprotocol postmortaal wiegendood (039619)

    De procedure volgens het handelingsprotocol na wiegendood van de landelijke werkgroep wiegendood.

  • 66. Uitvoeren, begeleiden, interpreteren en bewaken door kinderarts subspecialist van diagnostische tests (039618, 039620, 039621, 039622, 039623, 039624 en 039630)

    Deze zorgactiviteiten worden door de genoemde kinderarts-subspecialist geregistreerd bij een topreferente casus van een subspecialistische aandoening bij kinderen. Hierbij wordt ingewikkelde diagnostiek uitgevoerd, geïnterpreteerd, beoordeeld, begeleid en/of bewaakt wat niet door een algemeen kinderarts kan worden gedaan.

    Bij een niet-topreferente patiënt van het betreffende subspecialisme wordt deze zorgactiviteit niet geregistreerd. Bij patiënten met klachten die ook door een algemeen kinderarts behandeld kunnen worden, wordt deze zorgactiviteit niet geregistreerd.

  • 67. Begeleiding van kinderen bij de toediening van bloedtransfusies (039626)

    Deze zorgactiviteit wordt geregistreerd bij begeleiding van kinderen bij toediening van bloedtransfusies door een kinderarts in samenwerking met een tertiair centrum kinderhematologie of kinderoncologie.

  • 68. Begeleiding van patiënten met sensor (RT-CGM) ten behoeve van glucosemeting (039583)

    Deze zorgactiviteit wordt geregistreerd als aan de randvoorwaarden is voldaan zoals omschreven in het rapport ‘Continue glucose monitoring’ van het Zorginstituut.

  • 69. Instellen of reguleren stollingsfactoren bij kinderen met ernstige stollingsstoornissen (039631)

    Deze zorgactiviteit wordt geregistreerd bij patiënten met een factor VIII of IX (<5%) of bij patiënten met een van Willebrand factor (<35%).

  • 70. Instellen metabool dieet (039637)

    De zorgactiviteit wordt eenmalig geregistreerd wanneer op een metabool dieet wordt overgegaan.

  • 71. Klinisch peri-operatieve zorg longchirurgie bij kinderen in verband met congenitale longproblematiek (039695)

    De zorgactiviteit wordt eenmalig per operatie geregistreerd.

  • 72. Aansturen door kinderarts van multidisciplinair team met medisch specialisten van 3 verschillende AGB-specialismen (190003)

    Deze zorgactiviteit wordt geregistreerd bij het aansturen door de kinderarts van een multidisciplinair team met medisch specialisten van drie verschillende AGB-specialismen. De patiënt is door alle drie de AGB-specialismen afzonderlijk gezien en hiervan is verslag gedaan. Integratie cq. beleid op basis van de bevindingen en verslag hiervan wordt gedaan door de kinderarts.

    Deze zorgactiviteit wordt door de aansturende kinderarts eenmalig per subtraject en niet naast de zorgactiviteit Multidisciplinair overleg (190005) geregistreerd voor dezelfde zorgvraag.

  • 73. SKION stratificatie (193900 t/m 193907)

    Een zorgactiviteit voor een door SKION afgegeven stratificatie licht, middel of zwaar (193900 t/m 193902) of follow up (193903) wordt eenmaal per 120 dagen geregistreerd tijdens een face-to-face contact. Zorgactiviteit 193904 wordt geregistreerd tijdens het eerste face-to-face contact binnen het eerste subtraject. Indien sprake is van een recidief mag, in afwijking van het bovenstaande, binnen 120 dagen aanvullend een door SKION afgegeven stratificatie zwaar worden geregistreerd. Deze zorgactiviteit (193902) wordt samen met zorgactiviteit 193907 geregistreerd in het subtraject dat op dat moment openstaat.

  • 74. Behandeling van ernstige, uitgebreide huidaandoening met zalf (bijv. ditranol, teerzalf of wet wrap), incl. eventueel inpakken/inzwachtelen, verwijderen en reinigen van de huid (039993)

    De behandeling van ernstige inflammatoire dermatosen (psoriasis en/of constitutioneel eczeem) waarbij grote delen van het lichaam zijn aangedaan. Deze zorgactiviteit is van toepassing op zalven voor lokale therapie die vermeld zijn in de richtlijnen ‘Psoriasis’ en ‘Constitutioneel eczeem’ van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV). Deze zorgactiviteit wordt per kalenderdag geregistreerd en wordt niet geregistreerd voor behandeling in de thuissituatie.

  • 75. Erfelijkheidsonderzoek (191111, 191135 t/m 191138)

    De zorgactiviteitcodes 191111, 191136 t/m 191138 worden geregistreerd op het moment dat het erfelijkheidsadvies is afgerond. Het enkelvoudig erfelijkheidsadvies (191111) bevat de voorbereiding, het gesprek zelf inclusief het opmaken van een stamboom, counseling en daarna afronding met een brief aan adviesvragers en aan verwijzers. Er is bij dit erfelijkheidsonderzoek geen vervolgonderzoek nodig.

    Zorgactiviteitcode 191135 wordt geregistreerd bij het eerste erfelijkheidsadviseringsgesprek voor het meest complexe erfelijkheidsonderzoek (bij onbekende gendefect(en)).

    Zorgactiviteitcode 191136 wordt geregistreerd bij een adviesaanvraag in verband met een kinderwens in geval van een autosomaal recessieve of x-linked aandoening, waarbij sprake is van heterozygoot dragerschap en waar het/de gendefect(en) bekend is/zijn.

    Zorgactiviteitcode 191137 wordt geregistreerd wanneer bij een familielid van de adviesvrager eerder een erfelijke aandoening is aangetoond, de zogenaamde cascadescreening. Het gaat om een middelmatig complex erfelijkheidsonderzoek in geval van een autosomaal dominante aandoening waarbij het/de gendefect(en) bekend is/zijn.

    Zorgactiviteitcode 191138 wordt geregistreerd wanneer er een onderzoek wordt gedaan in het geval de/het gendefect(en) nog onbekend of nog niet nader geduid is/zijn.

    Gedurende het erfelijkheidsonderzoek worden de contactmomenten vastgelegd door middel van de reguliere zorgactiviteiten, zoals een polikliniekbezoek of telefonisch consult.

  • 76. Lichttherapie-apparaat voor UVB-thuisbelichting (190347).

    Deze zorgactiviteit wordt bij reguliere lichttherapie (die in kuren wordt gegeven en een reguliere dosis UV-licht afgeeft) eenmalig geregistreerd bij uitgifte van het apparaat. Indien gebruik wordt gemaakt van een apparaat dat een ultralage dosis UV-licht afgeeft en daardoor meerdere jaren aaneensluitend wordt gebruikt, wordt deze zorgactiviteit één keer per jaar dat het apparaat wordt gebruikt, geregistreerd.

  • wetten.nl - Regeling - Regeling medisch-specialistische zorg (2024)

    References

    Top Articles
    Latest Posts
    Recommended Articles
    Article information

    Author: Twana Towne Ret

    Last Updated:

    Views: 5883

    Rating: 4.3 / 5 (64 voted)

    Reviews: 87% of readers found this page helpful

    Author information

    Name: Twana Towne Ret

    Birthday: 1994-03-19

    Address: Apt. 990 97439 Corwin Motorway, Port Eliseoburgh, NM 99144-2618

    Phone: +5958753152963

    Job: National Specialist

    Hobby: Kayaking, Photography, Skydiving, Embroidery, Leather crafting, Orienteering, Cooking

    Introduction: My name is Twana Towne Ret, I am a famous, talented, joyous, perfect, powerful, inquisitive, lovely person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.